Veer

“Kijk, wat een mooie pluim!”, roept mijn zoon. Hij glundert en straalt; ik bespeur pretvuur in zijn ogen. Zo-even was hij nog moe, dacht hij. Ik probeer mee te gaan in zijn enthousiasme en moet vaststellen dat de veer, ordinair als ze is, opvallend proper is en nog helemaal heel. “Kunnen we daar vleugels mee… Continue reading Veer

Man

Hausmann beraadde zich over zijn status. Waar hij deze tot voor een week of twee zonder verpinken stabiel zou hebben genoemd, wist hij dat nu niet meer zo zeker, wat toch eigenlijk op een vorm van instabiliteit neerkwam. Stellen dat alles hem ontglipte zou sterk overtrokken zijn, maar hij kon onmogelijk naast enkele processen kijken… Continue reading Man

Muis

“Muisjes!” Geen kwade gok. “Probeer het eens met vraagjes.” Sinds kort spelen we wel eens What am I?, een gezelschapsspel met vijftig van infantiele tekeningen voorziene kaartjes, die mooi passen op vier felgekleurde kartonnen brilletjes, twee grotere voor de ouders, twee kleinere voor de kroost. In deze geëvolueerde versie van de vroegere post-its-op-het-voorhoofd, denk je… Continue reading Muis

Kapot

Autootjes, treintjes, poppen en plasticine. Als het hier dan toch eens regent, zorgen de klassiekers voor soelaas. Sem kneedt een dikke groene bol tot een gedeukte raap, zet er twee plastic voetjes onder, prikt er plastic oogjes en armpjes in, zet met een hoed de kroon op het werk. Klaar! Weldra volgen een oranje rups,… Continue reading Kapot

Wurstmarkt

Het is vrijdagavond en ik ben in mijn nopjes. Ik heb neuer Wein in huis: druivensap op weg om wijn te worden, volop gistend, ongefilterd: een fris, parelend drankje met zo’n 2 à 3 % alcohol erin, bevorderlijk voor de feestvreugde en de darmperistaltiek. Het best smaakt hij vers getapt op het binnenhof van een… Continue reading Wurstmarkt

Paul

Mijn ogen gaan de ellips rond. Hoeveel volk zou hier verzameld zijn? Vijftienduizend man? Er zit ergens een tante van mij, weet ik, een nonkel ook, twee schoonzussen, minstens één bevriend koppel. Ik hoor Hollands en Engels praten, zie mensen die hier gerust nog baanwielerwedstrijden hebben kunnen meemaken, misschien Stan Ockers nog hebben aangemoedigd, betreurd… Continue reading Paul

Waldwoche

“Ich bin auch ein Essenskind!” Ik had een opmerking over het bos verwacht, toch een ongebruikelijke locatie voor een dagje Kindergarten, maar nee: het grootste nieuws is dat Aiko eten heeft gekregen: Brot, Wurst, Gurken. Ze glundert van oorlel tot knie, zielsgelukkig met brood, salami en komkommer. Op normale dagen scheiden om 12 uur de… Continue reading Waldwoche

Rembert

Twintig mannen lopen schijnbaar doelloos rond in Beveren. Ze zijn er niet thuis, dat zie je zo. Ze hebben meer gedronken dan normaal is voor het uur van de dag, maken meer lawaai dan gewenst, lachen harder met flauwere mopjes en stralen duidelijk uit dat de indruk die ze maken hen geen barst kan schelen.… Continue reading Rembert

Spinoer

Hoe heerlijk is onze kelder. Naast een was-, droog-, knutsel- en timmerhok herbergt het erste Untergeschoß een gezellige ruimte ter grootte van het salon, de parel onzer ondergrondse oester. De grote, loodzware tafel en stoelen zijn ontworpen voor de eeuwigheid en gevernist in het blinkende, bleke bruin dat je in skichalets ziet. Zo ook het… Continue reading Spinoer

Morgenkreis

„Wir klatschen für den grote fiets!“ Ik ben er onderhand wel aan gewend dat mijn dochter Duitse liedjes zingt. Haar eerste hit was Ringel Ringel Rosen, schöne Aprikosen, met dank aan de Krabbelgruppe. Sinds kort gaat ze naar de Kindergarten. Daar kondigt om klokslag negen uur een triangel de Morgenkreis aan. De kinderen gaan in… Continue reading Morgenkreis