Meisje (2)

Dag lieveling

Ik schrijf je van aan de overkant. Ik heb goed nieuws. De barrière die ons uit elkaar houdt, staat op springen. Breken, scheuren, instorten, kies maar. Nog even en we kunnen ons niet meer voorstellen hoe onvoorstelbaar de opheffing ervan ons ooit toescheen. Kan ik beschrijven hoe ik ernaar verlang je in mijn armen te sluiten, je te wegen in de palm van mijn hand, de trekken in je gezicht na te speuren, herkenning toe te laten te midden van volslagen nieuwheid?

Je staat er goed op, mag ik zeggen. Je bedje staat klaar, de wagen is in gereedheid gebracht. Hygiënische productjes die je tere huidje verdraagt, zitten klaar in een gepersonaliseerde beautycase. We hebben een flesje koud gelegd, enkele eigenlijk; er komt vast wat volk dat er eentje meedrinkt. Je bent tenslotte al een tijdje een dagelijks gespreksonderwerp, bron van vreugde en verwachting, bestemmeling van kindertekeningen. Er zijn gasten naar wie minder uitgekeken wordt.

Er is trouwens een kleinigheidje dat je voor ons kan doen. Blijf nog wat liggen zoals je ligt, wil je? Met je hoofdje omlaag, bedoel ik. Een beetje zoals je enkele maanden lang gelegen hebt, tot je voor een week of vijf besloot de draai te doen, die normaal is in jouw leeftijdscategorie, zij het dan in de omgekeerde richting. Je moeders buik schoot alle kanten uit. Een ribbel, of eerder een golf met oceanische allures, rolde met een fikse zwaai onder haar gespannen huid door. Comfortabel zag het er niet uit. Je moeder dacht dat je gek werd.

Zo heb je dus vier weken met je hoofd in de richting van de wolken rondgezweefd, tot de gynaecologe je met haar vaardige handen op je schreden deed terugrollen. Of je erg tegenstribbelde, kon ik moeilijk vaststellen. Ik was, zoals wel vaker, onder de indruk van de deskundigheid waarmee iemand een ogenschijnlijk eenvoudige praktische handeling uitvoert. Verder stond ik daar ook maar als een chauffeur die zijn leven en liefde op een bed ziet liggen, maar zich een vijfde wiel voelt aan een voertuig dat hem volkomen vreemd is.

Eén opdracht kreeg ik nog, terloops, toen de gynaecologe de kamer verliet: “Zorg dat ze zo blijft liggen hé”. Je schrijven was dus wel het minste dat ik kon doen. Over de andere maatregelen die ik bedacht, zal ik hier niet uitweiden. Laat me het erbij houden dat ze zonder uitzondering onwetenschappelijk en onpubliceerbaar waren. De meeste heb ik zelfs niet voorgesteld aan je moeder. Zelfcensuur is een lelijk ding, maar soms een goed idee.

De liefde voor een pasgeboren kind is van een onvoorwaardelijkheid waarmee niets te vergelijken valt

Ik wil je bij voorbaat bedanken, maar tegelijk stel ik je even gerust. Als je mijn vriendelijk verzoek niet inwilligt, zullen we jou niet minder graag zien. De liefde voor een pasgeboren kind is van een onvoorwaardelijkheid waarmee niets te vergelijken valt. Het is werkelijk wonderlijk hoeveel je vanaf het eerste moment kan houden van zo’n wezentje dat je, alles welbeschouwd, helemaal niet kent, al stond je van bij de eerste levensvonk op de eerste rij. Weet dat dat nooit zal veranderen.

We hebben een leuke naam voor je bedacht, kleine schat. We hopen dat je er blij mee zal zijn. Je eigenzinnige karaktertje laat het beste vermoeden.

Kom maar snel, dan fluister ik hem in je oor: Indi

8 comments

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.