Ze vinden alles leuk aan de praktijk. Het geluid van de deurbel, het gezoem en de klik die ons vertellen dat we naar binnen kunnen, het speelgoed in de lage kast voor het raam. Sem selecteert enkele auto’s. Aiko begint kleurige plastic rondjes op een bord te ordenen tot er een eend verschijnt. Ik zit niet graag in wachtkamers met onze kinderen, maar op deze manier vind ik het prima. L♥ legt haar hand in de mijne. Nieuw is het allemaal niet. Spannend blijft het altijd.
“Ha, is de hele familie erbij?” De gynaecologe – laat er geen twijfel bestaan over het geslacht – verwelkomt ons met iets van verrassing en plezier. Misschien voorvoelt ze dat alles gewoon in orde zal zijn, dat er niets ergs te vertellen zal vallen in het bijzijn van deze aandachtige kleuters, wier ervaring met slecht nieuws niet veel verder gaat dan een kapotte knuffel. “Zullen we eens naar het baby’tje kijken? Wat denk je, zou het een jongetje of een meisje zijn?” – “Een jongetje!”, zegt Aiko. – “Of een meisje,” zegt Sem, “dat kan je niet weten.”
Ik zet de kleine wijsneus op mijn schoot. Af en toe fluister ik een of andere vereenvoudiging in zijn oor; het gaat over zwangerschapskwaaltjes, verschillen met de vorige keren, de algemene conditie. Aiko zit erbij te kijken alsof ze zich elk moment zal mengen in het gesprek. Bij de kinderarts heb ik haar dat al vaker zien doen; ze babbelde dan over haar broertje alsof het haar kind was: “Ja, dokter, onze Sem gaat al heel flink alleen naar de WC.” Trotse glimlach, priemende blik, betekenisvolle stilte: ze speelt er mee als, welja, een meisje. Een groot meisje.
Voor Sem heeft het inleidende gesprek lang genoeg geduurd: hij wipt op en neer op mijn schoot, laat zich helemaal uitzakken naar de rechterkant, grijpt naar een boek over gynaecologie, dat gelukkig buiten bereik staat. Ik houd hem dicht bij mij wanneer we ons naar de onderzoekstafel begeven. “Kijk,” zegt de dokter, “dat zijn de voetjes.” Daar worden ze stil van. Gespannen turen we naar de monitor, waarop witte en zwarte afgeronde vormen naar voren en naar achteren springen. Soms herken je iets als een lichaamsdeel.
Er wordt een dijbeentje gemeten. De transducent glijdt verder over de laag gel over L♥’s buik. Hij lijkt wat op de scanner van de speelgoedkassa thuis. In plaats van eenvoudige piepjes braakt hij ultrasone signalen uit om ze even later, beladen met informatie weer te ontvangen. Ik hoef het de kinderen niet uit te leggen, want ze vragen niets. Merken ze de lichte opwinding die door mama en papa heen gaat? We hebben iets gezien, maar zijn niet zeker genoeg om het te zeggen. We hebben iets gezien en het was groot.
Normaal zeg ik op twaalf weken niets over het geslacht, maar hier kunnen we moeilijk naast kijken
“Normaal zeg ik op twaalf weken niets over het geslacht, maar hier kunnen we moeilijk naast kijken.” Bevestiging. Bevestiging uit een onverdachte, professionele hoek. Ik laat mijn voorzichtigheid varen: “Kijk eens, kindjes, jullie krijgen een broertje!” Aiko schatert het uit. Sem denkt nog even na. Zijn wenkbrauwen gaan de hoogte in, zijn armpjes spreidt hij naast zijn lichaam, handpalmen omhoog: “Of een zusje, dat kan je niet weten.” Mijn beurt om in lachen uit te barsten.
“Maar kijk Sem, we hebben een piemeltje gezien, het wordt een broertje”, probeert L♥. Weer lijkt Sem het ook echt in overweging te nemen. Tot hij zijn antwoord eenvoudig herhaalt: zelfde zin, zelfde houding, zelfde blik. De gynaecologe ziet er de humor wel van in. Ze schiet ons te hulp: “Ik heb het ook gezien, Sem, ik denk dat het een jongetje wordt.” Derde keer scheepsrecht, denk je dan, maar nee hoor: “Of een meisje, dat kan je niet weten.”
Een week of wat later hoor ik L♥ telefoneren. Ze vraagt naar de resultaten van het bloedonderzoek. Ben ik zelf ongeduldig of duurt het lang om die te vinden? Dan hoor ik L♥’s korte, dankbare reacties: ons zoontje staat er wellicht niet slecht op. Het telefoontje duurt niet lang, er wordt al afscheid genomen: “Ja, bedankt, … haha, ja, dat wilden we inderdaad weten, maar dat weten we al hoor, het was vrij duidelijk … Wablieft? … Bent u daar zeker van? … Kan u dat nog eens even nalezen?”
Een meisje zeg! Heerlijk, denk ik, een dochtertje.
Proficiat met jullie tweede dochtertje. Uiteindelijk had Sem het toch ergens bij het rechte eind. Was die gynaecologe bij de echo ook een beetje “bijziend” geweest?
Dikke knuffel.
T.Griet.
Wat een mooi verhaal!!!