In het dorp hangen als een Zuiderse tweeling een zinderende hitte en een donderdagse, voordestormse stilte. Ik groet twee straatartiesten, die aan de overkant in de schaduw van een vijgenboom zitten. Morgen beginnen ze eraan. Ik ben benieuwd of ze hun prachtwerk van vorig jaar zullen overtreffen. Onwillekeurig denk ik aan de auto’s die vanaf maandag over hun schilderijen zullen rijden. We hebben het er vast nog over maandagavond, bij de laatste wijn. Zoals vorig jaar, toen ik me verbaasde over de bewuste, ongenadige, vluchtige vergankelijkheid van hun kunstvorm. Dat vonden ze vreemd voor een muzikant, en ze hadden gelijk.
Hun aandacht gaat uit naar een nieuwe tractor, die ratelend door de straat rijdt, een kleine John Deere, geel-groen, zoals het hoort, niet uitzonderlijk in ons wijnbouwersdorp. Elegant geklede bestuurders zien we hier ook wel vaker, maar deze spant toch wel de kroon, met zijn pet met dambordmotief, zijn zwarte salopet – één bandje valt van z’n schouder, de bovenkant van een tepel wordt zichtbaar – en die paarse zonnebril, die hij om de paar seconden kortstondig aanraakt, rechtzet. Een baard erbij en ik zou van een hipster gewagen. Heeft hij niet, een baard: hij is nog maar net twee geworden. De tractor was een cadeau, een schot in de roos.
Een zeker contrast tussen uiterlijk en rijgedrag valt niet te ontkennen. Hij raakt al eens een voorgevel of een bloembak, kent geen respect voor de veiligheidsperimeter rond Duitse carrosserieën. Het rijplezier is voor hem, de stress voor zijn vader. “Wijnboer, wijnboer!” roept hij. De kunstenaars spreken Italiaans, verstaan hem niet, lachen eens. Ze zien zo ook wel waar we vandaan komen: in zijn aanhangwagen vervoert hij een doos Sekt. L♥’s vriendinnen komen morgenavond, en daar hoort een glaasje plaatselijke schuimwijn bij. Die hebben vijf van onze zeven wijnproducenten in het assortiment.
Kirschen rot, Spargel tot
“Asperges!” Nee Sem, het aspergeseizoen is voorbij. Kirschen rot, Spargel tot. Hij kijkt beteuterd. Van 5 april tot 16 juni reden – of liepen – we twee, drie, vier keer per week het binnenhof van de aspergeboer op, een huis of tien van het onze. Aan de overkant stond van negen tot zeven de halfronde poort open, de toegang tot het walhalla van de aspergofiel. Gesorteerd op kleur en dikte lagen ze daar, recht en trots, vers geoogst die ochtend; de kromme aan halve prijs. Asperges. Ik proef het woord op mijn tong. En dan die aardbeien. Zelfde boer, zelfde grond, zelfde seizoen. Heerlijk.
Gelukkig heeft de korte keten nog een ander uiteinde in ons dorp. We rijden naar een Hofladen die het hele jaar de typische dorpse openingsuren aanhoudt: van negen tot twaalf en van drie tot zes. Af en toe controleert mijn zoon zijn vracht. Hij parkeert naast een oude houten stootkar, die dienst doet als buitenetalage voor tuinkruiden. Binnen kiest hij zijn favoriete groente uit. Na tien wortels zeg ik dat hij ook iets anders mag nemen. Het worden nóg tien wortels. “Kies je ook iets voor Aiko?”, suggereer ik. Hij rept zich naar de rode bieten. Leer hem zijn zus niet kennen.
De prijzen liggen iets hoger dan in de supermarkt, zelfs voor plaatselijke groente en fruit. De smaak is over het algemeen beter, het uitzicht vaak wat minder. Sem maakt geen onderscheid tussen een pruim met een vogelbek erin en eentje zonder. Terecht. Zou hij zich in de supermark vragen stellen bij al dat perfect ogende fruit en die blinkend-gladde groente? Hij laadt perziken in en wijst enthousiast naar de fruitbrandewijnen die de rekken tegen de overstaande wand vullen. We gaan in defensieve modus, op tijd; we hebben geleerd.
Op onze terugweg tel ik mijn zegeningen. Courgettes, kersen en abrikozen van eigen kweek, bosbessen, prei en aardappelen van collega’s uit de Pfalz, alles in de oplegger van de korte-ketenkabouter. De kiwi’s zijn geïmporteerd; die rijpen bij ons pas tegen december. Ik zie onze Italiaanse vrienden nu toch al hun potjes verf bovenhalen. Weten zij waaraan ze beginnen? Kennen ze het pijlsnelle, doortastende talent voor destructie van de schattige, elegant geklede vandaal, die met zijn nagelnieuwe tractor koers zet in hun richting? Daar komt action painting van, tenzij… Soms denk ik aan een leiband.
Of gewoon een ongenadig korte keten aan zijn broeksriem.