Wie aan Duitse snelheid de Zwitserse grens nadert, wordt door vier opeenvolgende verkeersborden tot vertragen verplicht, kijkt uit of het grijze gebouwtje een controleur uitspuwt en ziet hoe vooral Zwitserse wagens even aan de kant worden gezet. Zweren de Zwitsers doorgaans bij Zwitserse producten, dan zijn de Duitse prijzen toch soms te verleidelijk om eraan te weerstaan. Wij zetten zonder oponthoud onze route richting Zürich verder. Het wordt een blij weerzien met mijn zus, die er al enkele jaren woont, en met de stad, want in Gönnheim zijn wij op anderhalf jaar tijd tot dorpelingen verveld.
Wat een heerlijke, leefbare stad is Zürich. De toeristische trekpleisters laten we voor wat ze zijn. We zijn hier twee jaar geleden geweest; de must sees zijn afgevinkt. Op weg naar de eerste speeltuin merken we dat we dé top-attractie voor onze kinderen onderschat hebben: het openbaar vervoer is geen middel om een doel te bereiken, maar een doel op zich. Met een glimlach tot over zijn oren zit Sem op een bankje in de tram. Gespannen kijkt hij naar buiten. Niets brengt grotere vreugde in hem teweeg dan… “Een tram! Opzitten!” Je zit al op de tram Sem, rustig jongen!
We stappen van de tram om verderop een bootje te nemen, want ook dat is openbaar vervoer in Zürich. We laveren over de Limmat, stroomopwaarts tot in de Zürichsee, der See, want het is een meer. Die See, de vrouwelijke vorm, is voorbehouden voor zeeën, zoals die Nordsee en die Ostsee en is alzo een synoniem voor das Meer. Das Mittelmeer is inderdaad een zee, de Middellandse meerbepaald. Anderzijds ligt er in Niedersachsen een meer dat Zwischenahner Meer heet. Voor de Kaspische zee, het grootste meer ter wereld, heeft de Duitser de keuze tussen Kaspische Meer en Kaspisee. Terwijl ik mezelf verlies in dit soort taaloverpeinzingen, wijst Sem enthousiast naar elk zeil-, roei- en vissersbootje dat deze zonovergoten dag van een vakantiesfeer voorziet.
Nog steeds op weg naar de speeltuin, komen we kunst tegen. Van ver herken ik de gekke machine van Tinguely, herkennen in de zin van al-eens-gezien-hebben-en-het-nog-weten; niet dat ik iets over de kunstenaar of zijn werk afweet. Normaal trekt de constructie de aandacht met haar fascinerende doch nutteloze bewegingen, maar nu ligt de machine stil. Ze kan dan ook niet op de interesse van onze kinderen rekenen, in tegenstelling tot de granieten bol, een ton zwaar, die even verder rechts op een fonteintje ligt. 5 liter water per seconde volstaat om het gevaarte op te tillen, zodat ze de bol eenvoudig kunnen doen draaien, met de hulp van de nonkel en de tante, die, zeven maanden in verwachting, haar eigen granieten bol te torsen heeft. Prachtig zwanger is mijn kleine zusje.
Iedereen lijkt in zijn nopjes aan de oever van de Zürichsee: joggers joggen, kinderen racen op hun steps en de terrasjes zitten vol. Het spel van kijken en gezien worden wordt gespeeld met exclusieve kledij, blitse zonnebrillen en handtassen die meer kosten dan mijn koersfiets, onderhoudskosten van de laatste vijf jaar inclusief. Dat weet ik dankzij L♥, want zelf heb ik geen kaas gegeten van chacossen. Wanneer we de opera naderen, horen we sportief optrekkende motoren. We komen op onze weg één garage tegen. Eentje van Maserati.
Het openbaar vervoer is geen middel om een doel te bereiken, maar een doel op zich
Het Zürich van bankiers en zakenlui laat onze kinderen koud. Sem heeft een bouwwerf gespot; de nonkel kan vol aan de bak. Gewillig tilt hij de dreumes de lucht in, hoog boven het hek. “Graafmachine! Waaw!” Minutenlang wijst hij naar graafmachines, bulldozers, verdwaalde jeeps en vermeende tractors. Een app om snel speeltuinen te lokaliseren bestaat wellicht al, maar een Spielplätzen-und-Baustellen-city-navigator, dat zou pas wat voor hem zijn. De nonkel verdient zijn strepen. Hij is klaar voor het vaderschap. Zoals hij dolt met onze kleine jongen en danst en zwetst met onze kleine meid… dat komt helemaal goed.
Laat in de namiddag ontdekken we de trolleybus, die ons langs de karakteristieke Freitag flagship store voert, negen containers hoog, en langs de hippe winkels onder de spoorwegbogen, Markthalle im Viadukt gedoopt. We stappen uit bij de oude scheepsmotorenfabriek, waar tegenwoordig theater en fancy gerechtjes geproduceerd worden, en wandelen naar de Turbinenplatz, waar vandaag in het kader van Zürich tanzt op de voorgevel van een gebouw gedanst wordt. De dansers hangen met klimtouwen vast aan een balustrade die hiervoor ontworpen lijkt. In hun verticale dansvlak voeren ze horizontale balletsprongen uit die niet zouden misstaan op de maan. Met open mond kijken onze kinderen omhoog, helemaal in vervoering. Hun plotse stilte contrasteert heerlijk met de luide pianodeuntjes en loeiende gitaarpartijen op het plein, waar de meeste toeschouwers inmiddels op hun rug op de zongewarmde klinkers liggen.
Op ons zondagnamiddagse ritje richting Duitsland vallen zoon- en dochterlief vrijwel meteen in slaap. Ze hebben gecitytript zoals het hoort: de hele tijd is de weg belangrijker geweest dan eender welk doel. Het douanegebouwtje oogt verlaten. Die fameuze buitengrenzen van de EU die extra bewaking behoeven, bevinden zich duidelijk ergens anders.